2013 - Reimerswaal

Zandexploitatiemaatschappij Reimerswaal (Reimerswaal Dredging) in Goes, van Bert den Herder, is een bedrijf met inmiddels meer dan 45 jaar ervaring met zand- en grindwinning op zee en rivieren.

De eerste zuiger, waarmee in 1966 werd gestart, genaamd ‘Reimerswaal’, had een hoppercapaciteit van 400 m3. Dit schip was nog alleen bestemd voor de binnenwateren.
Het werd in 1980 opgevolgd door een 2e Reimerswaal. Dit was een zeegaande hopperzuiger van 800 m3, die in 1993 op haar beurt weer werd opgevolgd door Reimerswaal nummer 3 van 1600 m3, die later werd voorzien van een snelle drooglosinstallatie.
Vanwege een toegenomen vraag naar zand werd in 2001 besloten om een 2e schip te bouwen, dat in 2002 als ‘Orisant’, met een beuninhoud van 2600 m3, in de vaart kwam. Met de komst van de ‘Orisant’ werd steeds frequenter op het Engelse continentale plat gebaggerd. In 2008 zijn de ‘Reimerswaal’ en de ‘Orisant’ beide verkocht, waarmee de weg werd vrijgemaakt voor een 4e ‘Reimerswaal’, een multifunctionele hopperzuiger met een hoppercapaciteit van 6000 m3.

De tender voor de bouw en levering van de nieuwe ‘Reimerswaal’ werd gewonnen door De Kooiman Groep B.V., in Zwijndrecht, waarbij het ontwerp van de hand van het Scheepsbouwkundig Ontwerp- & Adviesbureau Kooiman B.V. was, in nauwe samenwerking met de opdrachtgever.
Niet alleen voor Reimerswaal, maar ook voor De Kooiman Groep was dit het tot dusver grootste schip (Loa: 130 m, Bm: 22 m, Dm: 9,80 m) en vormde daarmee voor beide partijen een geweldige uitdaging.
Het contract voor bouwnummer 193 werd 15 juli 2010 getekend. Oplevering vond 22 oktober 2012 plaats. Het casco is gebouwd op een Roemeense werf, waarna de verdere uitrusting en afbouw, met diverse Nederlandse toeleveringen van o.m. hoogrendement baggerpompen van IHC, in Zwijndrecht plaatsvonden.

 

Het in een aantal opzichten zeker innovatieve schip kenmerkt zich door de begrippen capaciteit, snelheid, multifunctionaliteit en efficiency.
Zand en grindschepen zijn baggerschepen met een relatief grote vaarafstand, doordat de winlocaties zich doorgaans ver buiten de kustzone bevinden en het gewonnen materiaal in veel gevallen en soms behoorlijk landinwaarts droog naar de wal gelost moet worden.
Bij grote vaarafstanden geldt dat hoe groter de transportcapaciteit (laadvermogen x snelheid) hoe efficiënter het transport plaatsvindt. Het gekozen, voor zand en grindschepen relatief grote (de grootste t.o.v. vergelijkingsschepen) beunvolume van 6000 m3 (5400 m3 met de overvloei in de onderste stand) levert dan ook, in combinatie met een, door een nette slanke rompvorm, relatief hoge vaarsnelheid van13,5 kn, een hoge transportcapaciteit. 
Ook de laad- en loscapaciteit is groot te noemen. Bij het laden gaat het dan met name om de capaciteit van de zeeftoren. Deze is, door een slimme opstelling, waardoor het zeefoppervlak groot kan zijn, het dubbele van die van vergelijkbare schepen.
Dat het schip is uitgerust met een onderwaterpomp is niet ongebruikelijk voor dit scheepstype.
De loscapaciteit is, waar het gaat om droog lossen, ook onderscheidend hoog. Dit dankzij het gekozen graafwiel, waarmee een capaciteit van tot wel 5000 m3/uur wordt bereikt, volgens de werf twee maal zo snel als bij vergelijkbare schepen het geval is; bepaald grensverleggend.
Ook bijzonder is de grote 48 m lange boom met transportband, waarmee niet alleen over grote afstand naar de wal gelost kan worden, maar bijvoorbeeld ook de voeten van windmolens op zee met grof materiaal kunnen worden afgestort om deze tegen ontgronding te beschermen. Om bij dit soort operaties veilig gepositioneerd te blijven beschikt het schip als enige over een DP-systeem.
Wat misschien minder onderscheidend is, dat het ook als gewoon baggerschip kan lossen, wat zeker bijdraagt aan de veelzijdigheid van het schip en waardoor het zelden werkloos hoeft stil te liggen en de efficiency verhoogt, waar het b.v. zandwinning met onderhoudsbaggeren kan combineren. Het beschikt daartoe over bodemkleppen (alleen ook al nodig om een baggermerk toegekend te krijgen) en een walpers- en rainbow-installatie. Deze laatste is vooral ook nuttig op zee bij vooroeversuppleties.
Overigens betekent het gekozen beunvolume bij het hoge laadvermogen een z.g. hoge s.g.-hopper, waardoor deze vooral geschikt is voor zwaardere materialen, zoals zand en grind. Telescopische spudpalen geeft het schip grotere onafhankelijkheid bij het afmeren op locaties zonder verdere infrastructuur.
Een ander bijzondere punt is de eenmansbrug, waarbij zowel de baggerfunctie als de vaarfunctie gelijktijdig bediend worden. Voor zover valt na te gaan is dit het eerste zand- en grindschip dat hiermee is uitgerust. Andere baggerschepen gingen hierin wel al voor. Deze eenmansbrug draagt zeker bij aan het streven om ook de kosten te drukken.
Tenslotte valt het op dat het schip over een 6KV elektrische installatie beschikt.

Al met al concluderend kan gesteld worden dat de Reimerswaal een in een aantal opzichten innovatief en mede daardoor, een in zijn soort uniek en grensverleggend schip is. Dat het schip ook voor de opdrachtgever en de werf grensverleggend was is voor de KNVTS daarbij zeker ook een belangrijke overweging. Een unieke combinatie van visie, inventiviteit, durf en onderling vertrouwen, die aantoont dat innovaties niet alleen van de ‘grote jongens’ hoeft te komen en dat goede samenwerking loont.

 

 

Schip van het jaar nominaties Overzicht